Een Nautilus behoort tot de cephalopoden, een groep weekdieren. De Nautilus pompilius is de meeste bekende, vanwege zijn opvallende spiraalvormige schelp die is opgebouwd uit verschillende kamers. De Nautilus is uniek omdat het de enige levende vertegenwoordiger is van een primitieve groep inktvissen die al vele miljoenen jaren bestaat.
Fossielen van Nautilussen tonen aan dat ze al meer dan 500 miljoen jaar op aarde zijn, ruim voor de komst van de dinosaurussen, die pas 250 miljoen later verschenen. Ze worden dan ook beschouwd als levende fossielen.
Bizar toch, als je er bij stilstaat? Al 500 miljoen jaar is de basale vorm, en de externe schelp met kamers, hetzelfde gebleven! Dat moet wel een héél goed ontwerp zijn geweest.
De schelp is opgebouwd uit een serie kamers in een spiraalvorm. Deze biedt de Nautilus bescherming en helpt hem te zweven op verschillende dieptes in de oceaan, zonder voortdurend te hoeven zwemmen. Door het toevoegen of verwijderen van gas uit de kamers kan de Nautilus zijn drijfvermogen aanpassen.
Een Nautilus bouwt zijn eigen kamers. Terwijl hij groeit, bouwt het dier steeds een nieuwe, iets grotere, kamer en sluit hij de achterkant van de vorige kamer af. De kamers zijn met elkaar verbonden door een buis, de siphuncle. De siphuncle loopt door het midden van de schelp en speelt een cruciale rol in het reguleren van de hoeveelheid gas binnenin de schelp.